Klachten die kunnen ontstaan door een beenlengteverschil.

Beenlengteverschil veroorzaakt een bekkenscheefstand en disbalans in het hele lichaam .Ook de stand van de wervelkolom ondervindt door compensatoir gedrag , de gevolgen er van .

Klachten die heel vaak niet herkend worden als een (in)direct gevolg van bekkenscheefstand zijn ondermeer:

  • Hernia
  • Heupklachten ('versleten heup')
  • Doorgezakte voeten
  • Knieklachten
  • (Lage) rugklachten
  • Schouder- nek- en hoofdpijnklachten.
  • Scoliose.

Hernia.

Een hernia is een uitstulping van een tussenwervelschijf in de wervelkolom die op een zenuw drukt. De uitstulping kan ontstaan door slijtage (arthrose) in de wervelkolom, die door ouderdom- maar ook vaak door een eenzijdige overbelasting van de ruggewervels ontstaat.
Een (te) sterke kromming en/of draaing (torsie) in de wervelkolom is vaak het directe gevolg van een bekkenscheefstand, die op zijn beurt weer ontstaan is door een beenlengteverschil.

In de x-foto hieronder is duidelijk het verschil in ruimte tussen de ruggewervels te zien.

Een beenlengteverschil kan hier de (indirecte) oorzaak van zijn, want een beenlengteverschil veroorzaakt een scheefstand van het bekken, waardoor de wervelkolom uit balans staat.
Hierdoor is er geen gelijkmatige druk op de ruggewervels.

Therapie.

Door het dragen van een inlegzool onder het kortere been, kan de bekkenstand- en daarmee ook de stand van de wervelkolom gecorrigeerd worden. Door deze veranderingen verbeteren indirect de posities van de ruggewervels ten opzichte van elkaar.
De druk op de beklemde zenuw kan daardoor verminderen of zelfs verdwijnen.


Heupklachten - heupslijtage.

De 'versleten heup' ( coxartrose) komt veelvuldig voor, en niet alleen bij ouderen. Zeker bij jongere personen speelt een verstoorde lichaamsbalans, zoals die kan ontstaan door een beenlengteverschil, een grote rol mee.

Meestal doet de heupslijtage zich maar aan een kant voor, en wordt later vaak gevolgd door de andere kant.


Scheef lopen en staan.

Beenlengteverschil activeert sterk de eenzijdige overbelasting van een heup- en kniegewricht.
Vanuit stilstand zal men bij het gaan lopen zich opdrukken op het langere been, en (lager) neerkomen op het kortere been. Op- neer/ op-neer dus.
Dit 'gangpatroon' levert een extreem zware belasting voor het heup- en kniegewricht aan de 'lange kant'.

Op onderstaande x-foto is de invloed van het beenlengteverschil op de balans van de heupgewrichten duidelijk zichtbaar.


Doorgezakte (overbelaste) voeten.

Bij de afbeelding (links) is duidelijk te zien dat door een korter been (links), het bekken zakt en naar voren draait. Ook het linker been draait naar binnen. Hierdoor draaien de knie en enkelgewricht ook mee, en onstaat o.a. een overdruk op de binnenkant van de voet.

Door de overdruk op de binnenkant van de van de voet ontstaat een naar binnen gezakte(valgiserende) voet. Naar binnen zakken, en daardoor met de voorvoet naar buiten wijzen hoort bij elkaar. In dat geval spreken we van een voet in valgus (naar binnen zakken) en eversie (naar buiten wijzen) stand. Een totale platvoet kan langs deze weg ontstaan.